Deel III – Life goes on

Hoofdstuk 20

Grote freefighter met paardenstaart gezocht

De politieman kijkt Jan indringend aan. ‘Dat was jij hè, die freefighter. Jij hebt die man in elkaar geslagen, hè?’ Bij Jan gaan de alarmbellen rinkelen. Hij realiseert zich dat hij kennis van die zaak heeft. Zonder erbij betrokken te zijn natuurlijk, maar toch. Aan de andere kant: ‘Het is niet mijn zaak, dus ben ik er zo weer van af.’
Maar praten met de politie doe je niet, anderen verraden al helemaal niet. Het is zo langzamerhand een rode draad in zijn leven en opnieuw zal hij de wrange vruchten plukken van deze in het ‘milieu’ als zeer eervol geziene houding. Dus vraagt hij om zijn advocaat. ‘Ik dacht: ik heb er helemaal niets mee te maken, dus sta ik zo weer buiten.’

Dat loopt anders. Omdat Jan zwijgt tijdens de verhoren, blijft hij vastzitten. En er komt ‘extra’ belastend bewijsmateriaal naar boven. In de vooravond van dag van de mishandeling, een vrijdagavond in september, is de telefoon van Jan uitgepeild bij Capelle aan den IJssel, in de wijde omgeving van de plaats delict. Waarom was Jan daar toen? Hij zwijgt, maar heeft ook geen idee: hij rijdt altijd wel heen en weer in de omgeving van Rotterdam en die bewuste avond is alweer maanden geleden.
Het draagt bij aan de zwaarte van de verdenking. En die is al niet mals: zware mishandeling, poging tot doodslag, afpersing, bedreiging, openlijke geweldpleging – goed voor een flink aantal jaartjes, indien bewezen. In de ogen van de rechercheurs is Jan wel degelijk de dader. Ze zijn er echt van overtuigd. Het lijkt ook té toevallig, die grote freefighter met dat haar en dat sikje die zo hard kan slaan. Die zit immers voor hen, in het verhoorkamertje. En hij is ook nog eens in de buurt geweest.

Hoofdstuk 21

De motorwereld op zijn kop: van Goodfellas naar Badfellas en terug

Die avond wordt het clubhuis bevolkt door leden van alle Satudarahchapters uit het hele land. Er is natuurlijk onderling gecommuniceerd dat Badfellas de spullen komt inleveren. Dat kan veel kanten op: van een gewoon rustig afgeven tot een intimiderende en op zwaar geweld uitlopende wraakactie van twintig zeer stevige voormalige brothers. De aanwezigen in het clubhuis staan op scherp. Dan komt het signaal: ze komen eraan.
Groot is het contrast als Jan in zijn eentje binnenkomt, met een paar vuilniszakken over zijn schouders. Terwijl honderden priemende ogen hem volgen, loopt hij relaxed naar de bar. ‘Ik voelde me verantwoordelijk. Ik had de club opgericht, ik had het initiatief genomen om ons aan te sluiten bij Satudarah, dan moet ik ook degene zijn die het afsluit. En in mijn eentje. Ja, zo ben ik nou eenmaal. Ik had er niemand bij willen hebben.’

Hoofdstuk 22

Men do the crime, families do the time

Terugkijkend realiseert Linda zich dat het tropenjaren waren. Zowel fysiek als psychisch. In die zin klopt het gezegde Men do the crime, women do the time. Dat geldt ook voor gezinnen, die lijden in hun geheel mee, want de kinderen krijgen natuurlijk ook een tikkie mee. Maar vooral als vrouw bevind je je in een rotsituatie.
‘Je houdt je zorgen zo veel mogelijk buiten de muren van de gevangenis, want wat moet je man ermee? Die kan helemaal niks doen. En zo veel mogelijk ellende houd je ook voor de kinderen verborgen. Ik haalde ze lachend op om op bezoek te gaan en bracht ze lachend terug. Van hun verjaardagen maakte ik ook altijd een feestje. Je kunt gewoon heel veel als het voor je kinderen is.’
In tegenslag leer je vrienden kennen, merkte ook Linda. ‘Dat is mij eigenlijk erg meegevallen. Steun kreeg je uit allerlei onverwachte kanten. Mensen die je helemaal niet zo goed kende, stopten je weleens wat toe, natuurlijk ook omdat ze Jan mochten. En je familie en je goede vrienden zijn belangrijk. Als die steun wegvalt, wordt het wel heel moeilijk. Ik gun het niemand, een man in de gevangenis.’

Hoofdstuk 23

Zitten in HvB Noordsingel

Jan en Aatje proberen zoveel mogelijk hun activiteiten ‘legaal’ te houden. Maar het zit er toch in, het eigen voordeel – of dat van anderen – op te zoeken en de grenzen te verkennen. Ook – of juist – binnen de bajes worden altijd verbondjes gesloten en elkaar ‘matsen’ is een belangrijke manier om gunsten terug te kunnen krijgen.
Eén van de prominente gedetineerden is ‘dikke Piet’ S., een bekende en grote crimineel, van oorsprong afkomstig uit het ‘reizigersmilieu’, met de wortels op het woonwagenkamp. Dikke Piet geniet respect, zowel binnen als buiten de bajes, als keihard maar recht door zee. Hij is puissant rijk, maar pocht daar niet mee.
Een andere grote jongen in de Noordsingel is Barney S., rijk geworden via transporten van soft drugs van duizenden kilo’s. Barney is een Feyenoord-supporter in hart en ziel en is een aantal jaar geleden nog in het nieuws geweest omdat hij, via Willem van Hanegem, een lening had verstrekt van 150.000 gulden om de failliete kledingzaak van de bekende voetballer Tscheu La Ling vlot te trekken. Volgens Van Hanegem werd het leningbedrag overhandigd in bankbiljetten, in een grote plastic zak. Alsof het niets was.
Jan: “dat waren de bobo’s, Barney en Piet. De mannen met geld. Maar ook binnen de bajes. Op de een of andere manier hadden ze de regie in handen. En toverden bijvoorbeeld allemaal spullen naar binnen die je normaal niet kon krijgen. Van ossenhaas en biefstuk tot peperdure cognac en whisky.”

Hoofdstuk 24

Jantje O. in anekdotes

Jeugdvriend, Berry traint en leeft van jongs af aan met Jantje samen: “we zijn zo’n beetje vanuit de wieg samen opgegroeid.’ Hij wordt later ook compagnon in Goodfellas en is mede-founder van de Harley Davidson Club Goodfellas. “Als ik Jan in één woord zou moeten samenvatten, is dat: hij is ECHT. En daardoor uniek, in alle opzichten. Geen gemakkelijk persoon in de omgang. Het is vaak His way or the highway. Maar als vriend kun je geen betere treffen. One of a kind. Zo worden ze niet meer gemaakt. Hart op de juiste plek, nooit te beroerd om de handen uit de mouwen te steken. Hij rijdt rustig naar Groningen of Friesland om honderd euro te verdienen, maar dan heeft hij er op de terugweg alweer tweehonderd uitgeleend of weg gegeven.”

En tenslotte: het Dankwoord van Jan Oosterbaan

Ik heb altijd de droom gehad, mijn leven terug te kunnen lezen in een boek. Die droom is nu uitgekomen, vooral dankzij een aantal mensen, die ik dan ook graag heel erg wil bedanken.

Uiteraard mijn vrouw Linda, omdat ze in goede en slechte tijden, al die jaren naast mij heeft gestaan en mij heeft gesteund. Ze verdient een gouden troon!

Jantje Lems, Jan Bak en Patrick, voor hun onvoorwaardelijke vriendschap en support. Dit boek was er zonder hun niet gekomen.

Berry en Ed, untill the end of time. Zoveel jaar vriendschap en nog steeds dikke mik!

Mijn kinderen, van wie ik ongelooflijk hou en waar ik teveel jaren van heb gemist. Love you Sly, Cheyenne, Jay, Jordy en Heavenly.

Broer Henk en zussen Wilma en Ria, Moeders in heaven.

En natuurlijk iedereen met wie ik te maken heb gehad in mijn kickbokscarrière, van tegenstanders tot trainingsmaatjes, sparringpartners en coaches. Martin Borneman, een fantastische coach en wereldtrainer die mij heeft gevormd tot wat ik nu ben, op zijn legendarische sportschool Maeng Ho.

De leden van HDC Goodfellas, no nonsense liefhebbers met het motorhart op de goede plaats. Plus de leden van Oosterbaan Gym, die onze vechtershart-traditie elke training en wedstrijd weer hoog houden.

De vakmensen die onmisbaar waren voor de productie en marketing van het boek: Johan Krieger en zijn collega’s van CirCle Creative Concepts, de kunstenaars van Dutch Ink, Maurice en Fabian van Onlinegoedvindbaar.nl. fotografen Jean-Michel van Braak en Ben Pontier.

Bedankt voor de support Lou, Harmen en Peter R. de Vries.

Alle bajesmaatjes door de jaren heen, en iedereen die bereid was zijn verhaal te vertellen of op wat voor manier heeft bijgedragen aan de totstandkoming van ‘Jantje O.

En natuurlijk: thnx fucking Hazenlip, voor het niet zorgen voor mijn vrouw en kinderen terwijl ik voor jou mijn muil dichthield en vijftien jaar trotseerde.

Rotterdam, april 2018
Jan Oosterbaan